Steun ons
Steun ons

Dikkedarmkanker

Bij dikkedarmkanker zit de tumor in de dikke darm. Ieder jaar krijgen meer dan 8000 mensen deze diagnose. Meestal zijn dit mensen die ouder zijn dan 60.

Hoe werkt de dikke darm?

De dikke darm hoort bij je spijsverteringskanaal en ligt tussen je dunne darm en je endeldarm. De dikke darm is ongeveer 1,5 meter lang en ligt in je buikholte.

Alles wat je eet of drinkt, komt in je spijsverteringskanaal. Dat gaat via je mond, slokdarm, maag en dan verder naar je dunne darm en je dikke darm. De dunne darm haalt de voedingsstoffen uit het eten. De dikke darm haalt vocht en zouten uit je eten. Zo wordt je poep steviger.

Het eerste deel van de dikke darm zit aan de rechterkant van je buik en gaat omhoog. Het middenstuk gaat van rechts naar links. Het laatste deel zit aan de linkerkant van je buik en gaat naar beneden. In het begin van je dikke darm zit je blindedarm. Dat is een stukje darm dat vastzit aan je dunne darm.

Soorten dikkedarmkanker

Dikkedarmkanker ontstaat in het slijmvlies van je dikke darm. In het slijmvlies zitten cellen die slijm maken. In deze cellen kan kanker ontstaan. Dit heet een adenocarcinoom.

Je kunt ook kanker in de dikke darm hebben die niet ontstaat in het slijmvlies. Dan heet het geen dikkedarmkanker:

  • GIST (gastro-intestinale stroma tumor). Deze tumor ontstaat in het bindweefsel van de dikke darm.
  • Sarcoom. Deze tumor ontstaat in het spierweefsel of bindweefsel van de dikke darm. En valt onder wekedelentumoren.
  • Lymfoom. Deze tumor ontstaat in het lymfestelsel.Dit is een vorm van lymfeklierkanker.

Wat zijn de symptomen van kanker in de dikke darm?

Je hebt in het begin meestal geen last van dikkedarmkanker. Vaak duurt het wel een paar jaar voordat je klachten krijgt. Daarom is er in Nederland het bevolkingsonderzoek darmkanker. En kan iedereen tussen 55 en 75 jaar elke 2 jaar zijn poep laten onderzoeken op dikkedarmkanker. Zo kan darmkanker vroeg ontdekt worden.

Bij dikkedarmkanker kun je deze klachten hebben:

  • bloed of slijm bij je poep. Dan is poep zwart of donkerder dan normaal, omdat er bloed bij zit
  • poep ziet er al een tijd anders uit
  • het gevoel dat je moet poepen, maar er komt niets
  • afvallen zonder dat duidelijk is waarom
  • vermoeidheid die niet overgaat

Heb je 1 of meer van deze klachten? Dat betekent dat niet altijd dat je dikkedarmkanker hebt. Vaak hebben de klachten een andere oorzaak.

Wanneer naar de huisarts?

Heb je bloed bij het poepen? Ga dan altijd naar je huisarts. Ga ook als je andere klachten hebt die langer duren dan 2 weken. Of als je je zorgen maakt. De huisarts zal je onderzoeken en kan je doorsturen naar een specialist in het ziekenhuis. Dan kom je bij een internist of een maag-, darm- en leverarts (MDL-arts).

Hoe ontstaat dikkedarmkanker?

Er is geen duidelijke oorzaak van dikkedarmkanker. Wel hebben sommige mensen meer kans om dikkedarmkanker te krijgen. Wel zijn er dingen die je risico op dikkedarmkanker groter maken. Bijvoorbeeld:

  • rood vlees, bewerkt vlees of dierlijk vet eten
  • weinig groente en fruit eten
  • roken
  • alcohol

Ook heb je bij sommige chronische ziektes meer kans op dikkedarmkanker:

Erfelijkheid en dikkedarmkanker

Soms speelt een erfelijke aanleg een rol bij dikkedarmkanker. Dan heb je meer kans om dikkedarmkanker te krijgen. De aanleg erf je van een van je ouders.

Een erfelijke vorm van dikkedarmkanker komt voor bij sommige andere erfelijke ziektes:

  • Lynch-syndroom
  • Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP)
  • Atypische FAP (AFAP)
  • MUTYH-geassocieerde polyposis (MAP)
  • Peutz-Jeghers Syndroom

Onderzoeken voor de diagnose dikkedarmkanker

Heb je klachten die passen bij dikkedarmkanker? Zoals bloed bij je poep, een ander soort poep dan normaal of afvallen? Dan ben je misschien ongerust. Ga met je klachten naar je huisarts. Die onderzoekt je. Als het nodig is, stuurt de huisarts je voor verder onderzoek naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis word je onderzocht door de maag-, darm- en leverarts (MDL-arts). Een MDL-arts weet alles van ziektes van de darmen.

In het ziekenhuis kun je verschillende onderzoeken krijgen. Je krijgt misschien niet alle onderzoeken. De arts vertelt welke onderzoeken je krijgt.

  • Bloedonderzoek
  • Kijkonderzoek van je dikke darm
  • Biopsie
  • Virtuele coloscopie

Bloedonderzoek

Vaak krijg je als eerste bloedonderzoek. Zo kan de arts zien of je een ontsteking hebt in je lichaam. Of dat je bloedarmoede hebt. Veel mensen met dikkedarmkanker hebben bloedarmoede.

Kijkonderzoek van de dikke darm

Een kijkonderzoek is een inwendig onderzoek met een flexibele slang. Aan het eind van de slang zit een kleine camera. Daarmee kan de arts de binnenkant van je dikke darm bekijken. Ziet de arts iets vreemds in je darmen, dan doet de arts waarschijnlijk een biopsie. 
De arts brengt de slang naar binnen via je anus (poepgat). Dit heet een coloscopie. Zo kan de arts je dikke darm bekijken.

Je krijgt vooraf een verdoving. Sommige mensen zien op tegen het kijkonderzoek. Dat is niet vreemd. Praat erover met je arts. Vaak kun je een roesje krijgen voor het onderzoek. Dan word je slaperig en ben je minder gespannen.

Biopsie

Bij een biopsie haalt de arts een stukje weefsel uit je darm. Bijvoorbeeld een stukje van een poliep. Je krijgt de biopsie meestal tijdens het kijkonderzoek.


Een stukje weggenomen weefsel heet een biopt. De patholoog onderzoekt het biopt in het laboratorium en kijkt of het kanker is.

Virtuele coloscopie

Soms kun je geen kijkonderzoek krijgen. Bijvoorbeeld omdat je niet fit genoeg bent. Dan krijg je een virtuele coloscopie. Dat is een CT-scan van je buik. De arts kijkt dan via je buikwand in je dikke darm. Er gaat geen slangetje in je anus.

De arts kan met dit onderzoek geen weefsel weghalen. Blijkt uit de CT-scan dat er een afwijking in je dikke darm zit? Dan krijg je soms toch een kijkonderzoek.

Op de website van MDL-fonds lees je meer over een virtuele coloscopie.

Onderzoeken na de diagnose dikkedarmkanker

Na de eerste onderzoeken heb je een gesprek met de arts. Die vertelt je wat de uitslag is: heb je dikkedarmkanker of niet? Na de uitslag krijg je meestal meer onderzoek. Dan kijkt de arts hoe groot de tumor is en of je uitzaaiingen hebt.

Deze onderzoeken kun je krijgen:

  • CT-scan van je buik
  • Echografie van je lever

CT-scan van je buik

Na de diagnose kun je een CT-scan van je buik krijgen. Om te kijken of je uitzaaiingen hebt.

Als dikkedarmkanker uitzaait, is dat meestal eerst naar de lymfeklieren in de buurt van je darmen. Maar de kanker kan ook verder uitzaaien, naar je lever of je buikvlies. Daarom krijg je na de diagnose meestal een CT-scan van je buik.

Op de CT-scan ziet de arts of er afwijkingen zijn. Zit er een afwijking? Dan betekent dat niet meteen dat je dikkedarmkanker hebt. Op een CT-scan kan de arts het verschil tussen een goedaardige afwijking en een kwaadaardige (kanker) slecht zien. Je krijgt dan nog ander onderzoek. Bijvoorbeeld een echografie.

Hoe werkt een CT-scan?

Een CT-scan is een röntgenonderzoek. Je ligt op een tafel die langzaam door een kokervormige buis schuift. Dat is het CT-scanapparaat. Terwijl de tafel schuift, maakt de CT-scan foto’s. Op de foto’s ziet de arts of er een tumor in je buik zit. En hoe groot de tumor is en welke vorm die heeft.

Vaak is een CT-scan met contrastvloeistof. Door de contrastvloeistof kan de arts beter de verschillen zien tussen de weefsels en ze beter uit elkaar houden. Je drinkt de contrastvloeistof vooraf of je krijgt de contrastvloeistof via een infuus in je arm.

Echografie van je lever

Een echografie is vaak een extra onderzoek. Bijvoorbeeld als op de CT-scan uitzaaiingen in de lever te zien zijn en de arts de uitzaaiingen beter wil bekijken. Dan krijg je een echografie van je lever.

Hoe werkt een echografie?

Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Je hoort de golven niet. De arts smeert wat gel op je buik en beweegt dan met het echo-apparaatje over je huid.

Stadiumindeling van dikkedarmkanker

Het stadium geeft aan hoe ver de ziekte is. Bij dikkedarmkanker gebruiken artsen een stadiumindeling van 1 tot en met 4.

  • stadium 1: de kanker zit alleen in de binnenste lagen van de dikke darm. Je hebt geen uitzaaiingen.
  • stadium 2: de kanker groeit door de spierlaag van de darmwand en zit soms ook in het weefsel eromheen. Je hebt geen uitzaaiingen.
  • stadium 3: je hebt uitzaaiingen in de lymfeklieren in de buurt van de dikke darm.
  • stadium 4: je hebt uitzaaiingen op andere plekken in je lichaam. Bijvoorbeeld in je lever of op je buikvlies.

Het stadium van de kanker zegt iets over je vooruitzichten. Wil je meer weten over welk stadium je hebt en wat dat voor jou betekent? Vraag het aan je arts. Die kan je meer vertellen.

Lees meer over de behandeling bij darmkanker.

Behandeling van dikkedarmkanker

Als je dikkedarmkanker hebt, is de kans groot dat je een operatie krijgt. Een operatie is bedoeld om je te genezen. Soms krijg je ook chemotherapie, voor of na je operatie.

Heb je dikkedarmkanker met uitzaaiingen? Dan kun je vaak niet meer genezen. Je kunt dan behandelingen krijgen zodat je langer kunt leven. Bijvoorbeeld:

  • een operatie tegen klachten
  • chemotherapie
  • doelgerichte therapie
  • immuuntherapie
  • bestraling

Welke behandeling je krijgt, ligt onder andere aan hoe groot de tumor is. En of je uitzaaiingen hebt. Samen met je arts bespreek je wat voor jou de beste behandeling is.

Operatie bij dikkedarmkanker

  • Bij de operatie verwijdert de arts de tumor. Samen met een stuk van je dikke darm en lymfeklieren die dichtbij zitten.
  • Groeit de kanker door in je buikwand of blaas? Dan haalt de arts ook een deel van die organen weg. De kans is dan kleiner dat er nog kankercellen achterblijven.
  • Soms haalt de arts ook een deel van andere organen weg waar de kanker in is gegroeid. Bijvoorbeeld de baarmoeder of eierstokken.

Soms kan de arts de stukken darm niet meer aan elkaar vastmaken. Je poep kan dan niet meer door je darm en je anus naar buiten. Je krijgt dan na de operatie een stoma. Een stoma is een stukje darm dat door een gaatje in je buik naar buiten komt. Aan de buitenkant zit een zakje waar je poep in komt. Dit zakje zit op je huid. Op de website van de Stomavereniging lees je meer over wat een stoma is.

Je gaat voor de operatie onder narcose. De arts kan de tumor vaak weghalen met een kijkoperatie. Dat heet een laparoscopie. Je krijgt dan een paar kleinere sneetjes, in plaats van een grote. Kun je geen kijkoperatie krijgen? Dan krijg je de operatie via een grotere snee in je buik.

Lees meer over een operatie bij darmkanker.

Operatie bij uitzaaiingen in je buikvlies

Dikkedarmkanker kan uitzaaien naar je buikvlies. Dan krijg je misschien een HIPEC-behandeling: een combinatie van een operatie en een spoeling met verwarmde chemotherapie. Soms kun je met een HIPEC-behandeling genezen van dikkedarmkanker.

Operatie bij uitzaaiingen in andere organen

Heb je uitzaaiingen in andere organen? Dan kun je meestal niet meer beter worden. Soms krijg je wel een operatie. Bijvoorbeeld omdat je veel pijn hebt. Of als je veel bloed verliest via je poep. Bij de operatie haalt de arts dan het stuk darm weg met de tumor. De arts sluit de uiteinden van de darm weer op elkaar aan.

Soms haalt de arts uitzaaiingen weg, bijvoorbeeld in de lever of longen. Dat kan alleen als het er niet te veel zijn.

Chemotherapie bij dikkedarmkanker

Soms krijg je voor de operatie chemotherapie. Door chemotherapie wordt de tumor kleiner. En is de kans groter dat de arts de tumor helemaal kan weghalen.

Je kunt ook chemotherapie krijgen na de operatie. De kans dat de tumor terugkomt is dan kleiner.

Heb je uitgezaaide dikkedarmkanker en kun je niet meer beter worden? Dan kun je chemotherapie krijgen om de kanker te remmen. Of te zorgen dat je minder klachten hebt.

Lees meer over chemotherapie bij darmkanker.

Immuuntherapie bij dikkedarmkanker

Soms krijg je immuuntherapie. Door deze medicijnen kun je soms langer leven met je ziekte. Soms kun je genezen.

Immuuntherapie zijn medicijnen die zorgen dat je lichaam de kankercellen herkent en aanvalt.

Je kunt alleen immuuntherapie krijgen bij een bepaald soort tumor: een MSI-tumor. Daar werkt immuuntherapie vaak goed bij. Meestal krijg je het in plaats van een operatie. De arts onderzoekt of dit medicijn bij jou kan werken. En bespreekt dit met je.

Lees meer over immuuntherapie.

Doelgerichte therapie bij uitgezaaide dikkedarmkanker

Soms krijg je doelgerichte therapie. Door deze medicijnen kun je soms langer leven met je ziekte.

Je krijgt doelgerichte therapie bijna altijd samen met chemotherapie.

Doelgerichte therapie werkt niet bij iedereen. De arts onderzoekt of dit medicijn bij jou kan werken. En bespreekt dit met je.

Lees meer over doelgerichte therapie bij darmkanker.

Bestraling bij dikkedarmkanker

Heb je alleen een paar kleine uitzaaiingen in je lever of longen? Dan krijg je soms stereotactische bestraling. Dat is een hoge dosis straling op 1 plek. Je kunt dan soms nog genezen. Op kanker.nl lees je meer over stereotactische bestraling.

Je kunt ook bestraling krijgen zodat je minder last hebt van klachten. Je kunt dan niet meer genezen. Je krijgt bijvoorbeeld bestraling als de tumor op je wervels drukt.

Lees meer over bestraling bij darmkanker.

Stent bij dikkedarmkanker

Soms plaatst je arts tijdens een operatie een stent in je dikke darm. Een stent is een buisje dat de darm openhoudt. Zit er een verstopping in je darm en kan je poep er niet langs? Dan zorgt de stent ervoor dat de darm openblijft. Zo kan je poep er weer langs.

Soms is de stent tijdelijk. Bijvoorbeeld als de arts de tumor later nog gaat weghalen. Kan de arts de tumor niet weghalen? Dan hou je de stent.

Ablatie bij uitzaaiingen in de lever (RFA of MWA)

Bij uitzaaiingen in je lever kun je soms een ablatie krijgen. Dan gebruikt de arts hitte om de kankercellen te doden. Ablatie kan op 2 manieren.

  • RFA: de arts gebruikt radiogolven. Radiogolven zijn een soort straling, net zoals röntgenstraling of UV-straling.
  • MWA: de arts gebruikt microgolven, zoals de straling uit een magnetron.

Ziekenhuizen voor dikkedarmkanker

Bijna alle ziekenhuizen in Nederland voldoen aan de eisen om dikkedarmkanker te mogen behandelen. Wat voor jou het beste ziekenhuis is, hangt van veel dingen af. Bijvoorbeeld het stadium van je ziekte, maar ook je eigen wensen.

Hoe maak je een keuze? Deze tips kunnen helpen.

Ervaringsdeskundige

Wil je contact met een ervaringsdeskundige?

Bel onderstaand nummer en we brengen je binnen enkele dagen in contact met haar. 030 634 39 15

Gerelateerde informatie