Steun ons
Steun ons

Bestraling bij darmkanker

Heb je darmkanker en kun je bestraling krijgen? Dan hoor je dat van je arts. In het gesprek met je arts kijken jullie samen naar de voordelen en nadelen van de behandeling. Heb je vragen over de behandeling of twijfel je of je bestraling wilt? Vertel het aan je arts. Zo besluiten jullie samen wat een goede keuze is voor jou.

Wanneer bestraling bij darmkanker

  • Vóór de operatie bij endeldarmkanker. Om de tumor kleiner te maken. Dan kan de arts de tumor bij de operatie makkelijker weghalen.
  • Bij een enkele uitzaaiing in je lever of je long. Als je dikkedarmkanker of endeldarmkanker hebt. Je krijgt dan bestraling van de uitzaaiing.
  • Als je uitgezaaide dunnedarmkanker hebt – dan is het een behandeling om de ziekte te remmen en je klachten te verminderen. Je kunt dan niet meer beter worden.
  • Tijdens de operatie van endeldarmkanker: intra-operatieve bestraling (IORT). Soms kan de arts de tumor niet helemaal weghalen. Bijvoorbeeld als de tumor doorgroeit in andere organen. Dan kun je misschien IORT krijgen. De behandeling kan alleen in een gespecialiseerd ziekenhuis.

Bij de meeste mensen met darmkanker is bestraling niet nodig.

Wat is bestraling bij darmkanker?

Bij bestraling worden zoveel mogelijk kankercellen kapotgemaakt. De bestraling gebeurt heel precies, op de plek van de tumor of de uitzaaiing. Het doel is om vooral de kankercellen te doden en de gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen.

Hoe gaat bestraling bij darmkanker?

De straling komt uit het bestralingstoestel en gaat van buitenaf door je huid heen. Voordat je bestraling krijgt, bepaalt de radiotherapeut hoeveel straling je nodig hebt. En de precieze plek waar je wordt bestraald.

Bij uitzaaiingen in de lever kun je ook stereotactische bestraling krijgen. Je krijgt dan een hoge dosis straling. Stereotactische bestraling is een heel precieze manier van uitwendig bestralen.

Bijwerkingen van bestraling bij darmkanker

Door de bestraling gaan ook gezonde cellen in de buurt van de tumor kapot. Dan kun je last krijgen van bijwerkingen. Zoals:

  • vermoeidheid
  • diarree of verstopping
  • vaker plassen dan je gewend bent
  • een rode, pijnlijke huid of een huid die schilfert

Bij de meeste mensen gaan de klachten vanzelf weer over. Heb je veel last van bijwerkingen of maak je je zorgen? Praat er dan over met je arts of de verpleegkundige.