Steun ons
Steun ons

Nazorg en gevolgen van darmkanker

Na de behandeling van darmkanker blijf je onder controle. De arts kijkt dan of de kanker wegblijft en of je klachten hebt door de behandeling. Want na de behandeling ben je niet meteen weer de oude. Je hebt tijd nodig om te herstellen. Je kunt last houden van vermoeidheid en soms duurt het even voordat je energie hebt om dingen te doen. Maar er speelt misschien meer. Zoals bijwerkingen van de chemotherapie. Of angst dat de kanker terugkeert.

Controles na darmkanker

Na je behandeling blijf je nog een paar jaar onder controle. Hoe vaak je een controle-afspraak hebt, hangt af van je situatie. Meestal kom je in het begin vaker op controle. En worden de controles na twee jaar minder. Je arts kan je vertellen hoe vaak jouw controles zijn.

Bij de controle praat je met je arts of verpleegkundig specialist over hoe het met je gaat. Heb je klachten of heb je last van de gevolgen van de behandeling? Vertel waar je last van hebt. Misschien is er iets aan te doen.

Ook als darmkanker niet meer over gaat, krijg je controles. De arts kijkt dan of je last hebt van de kanker, of van de behandeling.

Wat gebeurt er tijdens een controle?

Je krijgt controles om te kijken of de kanker wegblijft en of er uitzaaiingen ontstaan. Je kunt 1 of meer van deze onderzoeken krijgen:

  • bloedonderzoek: onderzoek naar CEA, een stofje dat vaak meer in het bloed zit als je kanker hebt
  • kijkonderzoek van je darmen (coloscopie): om te kijken of je opnieuw poliepen hebt, of een tumor
  • echo van je lever: om te kijken of je uitzaaiingen hebt in je lever
  • CT-scan van je buik of van je longen: om te kijken of je uitzaaiingen hebt in andere organen en je longen
  • longfoto: om te kijken of je uitzaaiingen hebt in je longen

Problemen met je ontlasting

Bij darmkanker hebben veel mensen problemen met hun ontlasting. Zoals:

  • diarree
  • verstopping
  • loze aandrang: je denkt dat je naar de wc moet maar dat is niet zo
  • vaker naar de wc moeten dan je gewend was

Sommige klachten zijn tijdelijk en gaan vanzelf weer over. Maar je kunt er ook lange tijd mee rondlopen. Vertel altijd aan je arts of verpleegkundige waar je last van hebt.

Leven met een stoma

Bij de operatie kan de arts soms de darmen niet meer vastmaken aan je anus (poepgat). Dan kan je poep niet meer via je poepgat je lichaam verlaten en heb je een stoma nodig.

Een stoma is een stukje darm dat door een opening in je buik naar buiten komt en vastzit op je huid. Je poep kan dan via je stoma je lichaam uit. En wordt opgevangen in een zakje op je buik.

Een stoma heeft veel invloed op je leven. In het begin denk je misschien dat je er niet aan kunt wennen. Of je hebt last van schaamte of bent bang om naar buiten te gaan. Iedereen die net een stoma heeft, vindt het moeilijk. Dat is niet vreemd.

Je krijgt hulp om met het stoma om te leren gaan: stomazorg. En begeleiding bij alles wat er komt kijken bij een stoma. Ook als je weer thuis bent.

Lees meer over leven met een stoma op de website van de Stomavereniging. Je vindt er praktische tips over leven met een stoma. En ervaringen van lotgenoten.

Neuropathie

Door de chemotherapie kun je last krijgen van neuropathie: pijn of tintelingen aan je handen of voeten. Dit ontstaat door schade aan je zenuwbanen. Niet iedereen heeft last van neuropathie. Dat heeft ook te maken met de medicijnen van de chemotherapie.

Moe zijn na darmkanker

Veel mensen met kanker voelen zich moe. Voor, tijdens of na de behandeling. Het is heel normaal dat je moe bent. Want kanker en de behandeling vragen veel van je. Ook chemotherapie kan leiden tot een uitgeput gevoel.

Na je behandeling heb je tijd nodig om te herstellen. Je moet weer conditie opbouwen en het kan even duren voordat je minder moe bent.

Ook kun je moe zijn in je hoofd. Omdat je alles moet verwerken. Piekeren en je moe voelen, gaan vaak samen. Wat kan je helpen:

  • een vaste tijd kiezen om op te staan en om te gaan slapen
  • goed eten
  • je activiteiten verdelen activiteiten over de dag of week
  • praten over waar je mee zit

Sommige mensen houden nog lange tijd last van vermoeidheid. Alsof de vermoeidheid niet meer overgaat.

Moe zijn en bewegen

Als je moe bent, heb je vaak minder energie en zin om te bewegen. Maar als je weinig beweegt, wordt je minder fit. En dan ben je weer sneller moe.

Door te bewegen, kun je je beter gaan voelen. Bewegen helpt om sneller lichamelijk te herstellen. Bij veel mensen helpt bewegen ook tegen het piekeren.

Vind je het lastig om te weten wat je lichaam aankan? Of ben je onzeker om (weer) te gaan bewegen? Hier vind je hulp:

  • sommige ziekenhuizen hebben een eigen beweegprogramma. Zoals Herstel & Balans of OncoFit. Je kunt het navragen bij je ziekenhuis, je huisarts of je zorgverzekeraar.
  • een fitnesstrainer oncologie of een oncologisch fysiotherapeut kan je begeleiden. Hij of zij geeft advies op maat en zorgt ervoor dat je niet over je grenzen gaat. Vraag vooraf of je zorgverzekeraar de kosten vergoedt.

Leefstijl en darmkanker

Als je gezond leeft, herstel je beter na kanker. En is de kans kleiner dat de kanker terugkomt. Een gezonde leefstijl gaat onder andere over:

  • goed eten en drinken, niet roken
  • regelmatig bewegen
  • tijd nemen om te ontspannen
  • goed en voldoende slapen

Door een gezonde leefstijl kun je je ook fijner gaan voelen.

Lees meer over leven met of na darmkanker.

Sombere gevoelens, angst of stress

Na de diagnose en tijdens de behandelingen komt er veel op je af. Dan kan het moeilijk zijn om te ontspannen. Je bent misschien bang voor wat er gaat komen. Veel mensen met kanker hebben last van stress en sombere gevoelens. Dat is normaal.

Het kan helpen om afleiding te zoeken. Door dingen te doen die je leuk vindt, en die belangrijk voor je zijn. Yoga, ademhalings- of ontspanningsoefeningen kunnen ook helpen. Zodat de emoties je niet overspoelen.

Contact met lotgenoten of zorgverleners

Stress voelen is normaal als je kanker hebt. Praten helpt. Bijvoorbeeld met lotgenoten. Zij begrijpen wat je doormaakt. Ze kunnen je vaak goed steunen. Lotgenoten vind je bijvoorbeeld:

Kom je er zelf niet uit en wil je praten met een zorgverlener? Je kunt aan je arts een verwijzing vragen voor een maatschappelijk werker of een psycholoog.

Intimiteit en darmkanker

Seksualiteit en intimiteit kunnen veranderen door darmkanker. Misschien ben je moe en heb je minder zin in seks. Of is het lastiger om opgewonden te raken of klaar te komen. Ook kun je last hebben van pijn of je onzeker voelen over je lichaam. Zo krijgt seksualiteit bij mensen met darmkanker soms een andere betekenis.

Omgaan met seksuele veranderingen kan moeilijk zijn. Je kunt hulp krijgen. Bijvoorbeeld van je (huis)arts of verpleegkundige. Die kunnen je meer informatie en tips geven. Als je dat wilt, kun je ook een verwijzing krijgen voor een psycholoog of seksuoloog.

Een stoma en seksualiteit

Je seksleven hoeft niet te veranderen als je een stoma hebt. Maar met een stoma voel je je misschien onzeker om seks te hebben. Bijvoorbeeld omdat je er anders uitziet. Of je bent bang dat het stomazakje losraakt bij het vrijen.

Ben je onzeker of heb je vragen over intimiteit en seks? Je leest meer op de website van de Stomavereniging.

Werken met en na darmkanker

Kanker heeft ook invloed op je werk. Blijf je na de diagnose (voor een deel) werken of meld je je ziek? Sommige mensen vinden het fijn om te blijven werken. Dat geeft structuur en biedt afleiding. Maar het kan ook zijn dat werken voor jou niet kan.

Het is goed om te weten wat je rechten en plichten zijn. En waar je terecht kunt met vragen. Je vindt meer informatie:

Financiële gevolgen van darmkanker

Geldzaken en zorgen om geld zorgen vaak voor stress of spanning. Als je kanker hebt, kunnen geldzorgen extra druk geven. Misschien heb je minder inkomen omdat je niet of minder werkt. Of je geeft meer geld uit, voor vervoer, hulpmiddelen of voor aanvullende zorg.

Voor sommige dingen kun je geld of een aanvullende uitkering krijgen. Ook je zorgverzekeraar vergoed sommige uitgaven.

Lees meer over financiën en kanker op de website van kanker.nl.