Mannen mijden darmkanker bevolkingsonderzoek vanwege angst, gedoe of coloscopie
Mannen mijden darmkanker bevolkingsonderzoek vanwege angst, gedoe of coloscopie
Twee derde van de mannen die niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker ziet op tegen een vervolgonderzoek, vindt de ontlastingstest te veel gedoe, is bang voor een slechte uitslag of wil het niet weten. Nog een reden is het ontbreken van klachten. Een op de drie mannen die niet meedoen weet niet dat het onderzoek ook voorstadia van darmkanker kan opsporen. Dat blijkt uit een onderzoek onder 1.000 mannen door onderzoeksbureau Flycatcher in opdracht van de Maag Lever Darm Stichting aan de start van darmkankermaand maart.
Amersfoort, 1 maart 2024 – Hoewel mannen een hoger risico lopen (1 op de 12) op darmkanker dan vrouwen (1op de 15), neemt slechts 65 procent van de mannen deel aan het bevolkingsonderzoek darmkanker, tegen 71 procent van de vrouwen. Toch denkt een derde van de mannen die niet aan het bevolkingsonderzoek deelnemen dat dit niet nodig is als zij geen klachten hebben. Darmkanker of voorstadia daarvan geven echter niet per se klachten. Darmkanker is na longkanker de kankersoort waar de meeste mensen aan overlijden (4.500 mensen per jaar). Jaarlijks treft het zo’n 12.000 Nederlanders.
Iedereen tussen 55-75 jaar krijgt elke twee jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek darmkanker, maar de deelnamegraad neemt met name onder mannen al enkele jaren af. Opvallend is dat vooral de groep niet-deelnemers van 55-59 jaar zegt het vies te vinden om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker (27 procent). Deelnemers moeten zelf met een stokje in hun ontlasting prikken, voordat ze het opsturen naar een laboratorium. Van de mannen die nooit meedoen, spreekt 44 procent met niemand over de paarse envelop met daarin de ontlastingstest die ze per post hebben ontvangen. De reden is dat ze het vervelend vinden erover te praten of zich schamen.
Meer dan een momentopname
Bij 34 procent van de niet-deelnemers is niet bekend dat het bevolkingsonderzoek behalve darmkanker ook poliepen opspoort, die zich pas later tot darmkanker kunnen ontwikkelen. Een ruime meerderheid (59 procent) weet ook niet dat het bevolkingsonderzoek om deze reden elke jaar twee jaar moet worden herhaald. Mariël Croon, directeur van de MLDS: “Dat is nodig omdat poliepen zich in de loop van 10 tot 15 jaar kunnen ontwikkelen tot darmkanker. Een onderzoek van de ontlasting is altijd een momentopname. Wie elke twee jaar meedoet, heeft een grotere kans groot dat de poliepen ontdekt worden. Het is dus belangrijk dat iedereen boven de 55 jaar zich elke twee jaar laten controleren!”
Toch geeft bijna een kwart (23 procent) van de onderzochte niet-deelnemers ondanks gerichte informatie aan nog steeds niet aan het BVO te willen deelnemen. 14 procent zou soms meedoen maar niet elke twee jaar, terwijl 31 procent nog twijfelt. Een duwtje in de rug van de huisarts of hun partner of een familielid kan mannen echter stimuleren om aan het bevolkingsonderzoek mee te doen, zeggen resp. 22 procent en 20 procent.
10 jaar BVO: inzetten op vroegere opsporing
Het Bevolkingsonderzoek Darmkanker bestaat 10 jaar. Sinds de invoering in 2014 zijn 192.000 mensen opgespoord met een voorstadium van darmkanker (poliep, ook wel advanced adenoom) of met darmkanker. In totaal zijn er in deze periode 16 miljoen uitnodigingen verstuurd en is er ruim 11,5 miljoen keer deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek. Bij 565.000 mensen was aanvullend onderzoek nodig: een coloscopie of kijkonderzoek van de darmen. In hoeverre het bevolkingsonderzoek de sterfte aan darmkanker heeft verlaagd, is nog niet bekend. Deze cijfers worden later dit jaar bekend gemaakt.
De Maag Lever Darm Stichting, Bevolkingsonderzoek Nederland, ErasmusMC, IKNL, KWF, PLCRC en Stichting Darmkanker zetten zich samen in voor onderzoek naar darmkanker, vroege opsporing en voorlichting. Tijdens darmkankermaand maart vragen deze organisaties extra aandacht voor het belang van het op tijd ontdekken van darmkanker.