‘Na een gesprek voelen mensen zich rustiger’
‘Na een gesprek voelen mensen zich rustiger’
Marian Oppedijk (69) beantwoordt bij Stichting Darmkanker de telefoontjes en vragen per mail van mensen die zijn geconfronteerd met darmkanker.‘Veel gesprekken gaan over angst.’
Waarmee help je mensen zoal?
“Dat is heel divers. Veel gesprekken gaan over angst. Mensen zijn bang voor wat hen te wachten staat, of voor de dood. Alleen het delen helpt hen al. Ook naasten bellen, ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk als hun partner of zus geen behandeling meer wil.
Maar het is zelden alleen luisteren, er zijn ook veel vragen waarop ik antwoord geef. Zoals ‘Moet ik voor een second opinion gaan?’, ‘hoe ga ik om met gevolgen van chemotherapie?’ en ‘is er ook een inloophuis voor jonge mensen?’ Ik zoek veel dingen uit.”
Wat is jouw verhaal, hoe ben je bij Stichting Darmkanker terecht gekomen?
“Zelf kreeg ik op mijn 49e te horen dat ik uitgezaaide endeldarmkanker had. Ik moest veel uitzoeken. Maar ik had een fijne, deskundige chirurg, die me elke week 10 minuten belde: ‘hoe is het met jou, je man en je kinderen?’ Dankzij hem kon ik het aan. Snel daarna ging ik mij inzetten voor mensen die onder anderen darmkanker (gehad) hebben. Eerst bij de SPKS (Stichting voor patiënten met kanker aan het spijsverteringskanaal) en sinds twee jaar bij ‘onze’ Stichting Darmkanker. Ik heb psychologie en seksespecifieke hulpverlening gestudeerd, werkte in het onderwijs en de psychiatrie en volgde een opleiding voor gastvrouw in een hospice en inloophuis. Ook deed ik stervensbegeleiding. Deze ervaring helpt me in gesprekken met mensen.
Wat zijn jouw drijfveren, wat geeft vrijwilligerswerk jou?
“Het geeft veel voldoening, ik vind het fijn om wat voor anderen te kunnen betekenen. Na een gesprek voelen mensen zich vaak wat rustiger. Ze kunnen verder. Soms bellen ze terug, zoals een meneer die relatieproblemen kreeg als gevolg van zijn ziekte. Hij vertelde dat hij bloemen had gekocht voor zijn vrouw. ‘Door ons gesprek realiseerde ik me pas hoe zwaar ook zij het heeft,’ zei hij. Zo’n telefoontje geeft mij een goed gevoel, ik ben blij dat het beter met hen gaat.
Verder vind ik het fijn ergens bij te horen, collega’s te hebben, en samen een doel te hebben. Ook vind ik het heerlijk om dingen uit te zoeken, wat kun je bijvoorbeeld doen tegen het LAR-syndroom?* Via de stichting kun je ook trainingen volgen. Zo kun je je vrijwilligerswerk zo goed mogelijk doen én jezelf blijven ontwikkelen.”
* Het LAR Syndroom is een verzamelnaam voor klachten die kunnen ontstaan na een endeldarmoperatie. Soms is hier ook bestraling en/of chemotherapie aan voorafgegaan. LAR staat voor Low Anterior Resectie.
Dit artikel is afkomstig uit de laatste editie van ons online magazine ‘Voor Elkaar’. Nieuwsgierig? Lees hier Voor Elkaar.