‘We beleefden deze rollercoaster allebei anders’
‘We beleefden deze rollercoaster allebei anders’
Haar moeder was onverwacht overleden en hun derde kindje was pas een paar maanden oud, toen de man van Lotte darmkanker kreeg. ‘Voor mijn gevoelens van angst en onzekerheid was in deze periode geen ruimte.’
“Ik zat op de bank tv te kijken, toen Gysbert naast me kwam zitten: ‘Ik wil iets geks met je bespreken.’ Hij had de laatste tijd bloed in zijn ontlasting. Bij mij gingen alle alarmbellen af. ‘Je moet morgen meteen naar de huisarts.’ Hij werd doorverwezen naar de internist, waar hij vier weken later terechtkon. In die tussentijd lieten we de angst los. We waren druk met ons dagelijks leven, en Gysbert had verder ook geen lichamelijke klachten. Geen buikpijn, helemaal niks. Het was vast een onschuldige bloeding geweest. En je krijgt toch geen darmkanker op je 37e?
Paniek
Op de avond na de diagnose liep ik buiten ons dorp over een landweggetje, ik moest even alleen zijn. Paniek en verdriet overvielen mij, wat overkwam ons allemaal? Ik was bang: straks blijf ik alleen achter met drie kleine kinderen. Raak ik Gysbert óók kwijt. Ik zat nog midden in het rouwproces omdat ik mijn moeder had verloren. Aan kanker. Ze was pas 59 toen er geheel onverwachts hersentumoren bij haar werden geconstateerd. Vier maanden later overleed ze.
Overlevingsmodus
In de rollercoaster van scans, onderzoeken en behandelingen kwam ik in een overlevingsmodus. Ik mocht niet omvallen, ik moest door. Ik wilde het dagelijks leven zo normaal mogelijk houden voor onze kinderen Eden, Abel en Tove die toen 5 jaar, 2 jaar en 3 maanden oud waren. Na de operatie waarbij de tumor en een deel van de dikke darm werd verwijderd, bleek uit weefselonderzoek dat Gysbert toch uitzaaiingen had, in de nabije lymfeklieren. Een flinke tegenslag. En deze uitslag betekende dat hij ook chemotherapie moest ondergaan.
Ziek van chemo’s
Vanaf de tweede chemokuur ging hij steeds naar zijn ouders om ervan bij te komen. Thuis, in ons gezin, was het gewoon te zwaar. Gysbert werd zó ziek van de chemo’s. Hij kon geen licht en geluid verdragen, maar met drie kleine kinderen is het onmogelijk om de hele dag op je tenen te lopen. En ik werkte op dat moment nog, moest het gezin draaiende houden en worstelde met mijn eigen verdriet en zorgen. Het was ook moeilijk mijn grote, jonge en sterke man zo ziek te zien.
Ander perspectief
We praatten vaak over de ziekte en hoe hij zich voelde, maar over mijn diepste angsten en zorgen hadden we het niet. De prognoses waren immers goed. Gysbert wilde ook niets horen over wat hij ‘doemdenken’ en ‘zwarte scenario’s’ noemde. Zoals altijd was hij ook nu positief ingesteld: ‘We gaan dit fiksen’. Nooit heb ik gemerkt dat hij bang was om dood te gaan. We beleefden de hele situatie vanuit een ander perspectief.
Steun
Ik miste mijn moeder enorm. Ik had altijd veel aan haar steun en adviezen, ze was een wijze en slimme vrouw. Andere mensen om ons heen waren ongelooflijk lief en belangstellend. Maar Gysbert was ziek, dus het was logisch en terecht dat hun vragen om hem draaiden: ‘Hoe gaat het met hem?’ ‘Is de operatie geslaagd?’ en ‘Weten jullie al meer?’ Voor de gevoelens van mij als naaste was en is daardoor minder ruimte.
Samen zijn
Tussen de chemokuren door zaten wij als gezin in een bubbel van samen zijn, ook omdat we nog in het staartje van de coronatijd zaten. We waren veel buiten, in de moestuin, met de kinderen om ons heen. Of we zetten binnen keiharde muziek op, dan was het lekker dansen en gek doen met z’n allen. Vooral op het liedje ‘26.000 dagen’ van Klein Orkest: ‘Je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt’. We zochten vrolijke houvast, het was heerlijk om te ontladen op dat liedje.
Trouwen
Gysbert en ik zijn ruim een halfjaar na de diagnose getrouwd. Het leven is te kort om dingen uit te stellen. Je hebt immers maar 26.000 duizend dagen tussen niets en eeuwigheid, zoals Klein Orkest zingt. We regelden de bruiloft binnen 6 weken. Het werd een mooi feest in klein gezelschap, in onze achtertuin. Hiermee sloten we ook de periode van de chemokuren af.
Controles
Met Gysberts gezondheid gaat het nu, drie jaar later, super. Alle controles verlopen tot nu toe goed, hij is schoon. En na de chemo’s herstelde hij snel. Ook die gekke klachten die hij erdoor kreeg – zoals gevoelloze vingertoppen – zijn verdwenen. Al is het gevoel in zijn tenen niet terug. Hij heeft een nieuwe baan, tennist vier keer per week, staat weer volop in het leven. Hij heeft de ziekte achter zich gelaten.
Stressklachten
Hij staat elke ochtend vrolijk op, heeft weinig zorgen. Maar bij mij kwam de klap juist nadat alles achter de rug was: wat heb ik allemaal meegemaakt de afgelopen jaren? Ik kreeg vervelende klachten. Zo werd ik langdurig schor en had ik buikpijn. Het zijn lichamelijke klachten van alle spanningen en emoties.
Vertrouwen weg
Ik merk dat ik het vertrouwen in het leven opnieuw moet opbouwen. Eerst werd mijn moeder als donderslag bij heldere hemel ziek en overleed ze, daarna kreeg mijn man kanker. Ik ben nog op mijn hoede: het onheil kan overal vandaan komen, iedereen kan zomaar bij mij weggerukt worden. Daar moet ik mee leren omgaan. Dat kost tijd.
Geluksmomenten
Tijdens de behandelfase hebben onze kinderen mij onbewust geholpen om overeind te blijven. Niet alleen omdat ik door moest, ook vanwege het plezier dat ze met zich meebrengen. Elke dag opnieuw. Laatst nog: op een van de laatste zomerdagen gingen we fietsen, en hebben we in onze onderbroeken in natuurwater gezwommen. Het zijn die kleine geluksmomenten die mij doen beseffen: ‘Dit is waar het om draait. Mooier wordt het niet.’ Daarom wil ik zo graag weer lichter leven. Juist ook omdat ik weet: het leven is zo kort, geniet van wat er is.”
Tekst: Marlies Jansen – Fotografie: Simon van der Woude
Dit artikel is afkomstig uit ons online magazine Voor elkaar. Meer lezen? Dat kan hier!