(Weer) aan het werk – Hoe pak je dat aan?
(Weer) aan het werk – Hoe pak je dat aan?
Op een laag pitje blijven werken als je wordt behandeld tegen kanker kan fijn én goed zijn. Maar hoe pak je dat aan? Ook voor wie ná de behandelingen start: wat zijn hobbels en valkuilen, en hoe tackel je die?
Hobbel
Goedbedoelde verwaarlozing
Werken tijdens het behandeltraject: de een moet er niet aan denken, terwijl de ander juist graag bij het werk betrokken wil blijven. Het kan en mag allebei. ‘Dus waar heb jij baat bij?,’ zegt Cobi Oostveen. Zij is als Bedrijfsarts Consulent Oncologie (BACO) gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met kanker.
Ze merkt dat veel mensen willen blijven werken of op zijn minst contact willen houden. ‘Als je de diagnose krijgt, voel je je vaak niet ziek, je staat nog volop in het leven. En tijdens het behandeltraject kan werk helpen om je even geen patiënt te voelen.’ Werk kan houvast bieden in deze heftige tijd. Het helpt veel mensen hun behandeling beter te doorstaan, eerder fit te worden en hun leven sneller op te pakken.
‘Er zijn werkgevers die hun werknemer graag steunen in deze wens. Maar nog te veel werkgevers zeggen: ‘Ga vooral naar huis, neem je tijd!’ Goedbedoelde verwaarlozing noem ik dat,’ zegt Oostveen. ‘Het is belangrijk dat je juist nu regie houdt over je leven. Dus laat je niet naar huis sturen als je liever bezig wilt blijven.’
Doen:
- Leg je werkgever uit waarom het voor jou belangrijk is om betrokken te blijven bij je werk. En dat je graag met zijn steun dit proces ingaat.
- Zorg dat je werkgever zo snel mogelijk (gelijk na je diagnose) een bedrijfsarts inschakelt. Deze kan jullie vanaf het begin op de juiste manier begeleiden. Denk bijvoorbeeld aan de Wet verbetering poortwachter , maar ook aan samen met jou kijken waar jij gedurende het traject bij gebaat bent. De bedrijfsarts adviseert over je belastbaarheid en de manier waarop je tijdens en/of na het behandeltraject je werkzaamheden kunt opbouwen.
- Schakel bij specifieke vragen of complexe problemen een BACO in. Dat is een bedrijfsarts die is gespecialiseerd in werk en kanker. Deze kijkt welke aanpassingen jou helpen tijdens het behandeltraject. Wat heb jij nodig om je werk te kunnen blijven doen? Tijdelijk andere taken wellicht? De BACO adviseert jou en je werkgever hoe jullie samen deze periode zo optimaal mogelijk vormgeven.
Hobbel
De ene week kun je alles, de volgende niets
‘Je bent geen week dezelfde,’ zegt Oostveen. ‘Gedurende het traject kun je last krijgen van vermoeidheid of misselijkheid en je energieniveau kan enorm wisselen. Dat maakt het lastig om het werk vorm te geven. Bekijk daarom voortdurend: Hoe gaat het nu met mij? En wat heb ik op dit moment nodig? Bespreek met je werkgever elke week hoe het ervoor staat.’
Doen:
- Werk aan kleine, afgebakende taken. Zonder deadline, en in je eigen tempo.
- Pas als je een taak af hebt, start je aan een volgende.
- Doseren is belangrijk; las veel pauzes in.
- Schakel bij specifieke problemen een BACO in.
Hobbel
Je hersenen weigeren dienst
Moeite met nadenken, je slecht kunnen concentreren en van alles vergeten: deze problemen komen vaak voor tijdens en na kanker. ‘Men noemt dit vaak een ‘chemobrein’ maar ook mensen die geen chemokuur hebben gehad, hebben hier last van. Als je te horen krijgt dat je kanker hebt, misschien doodgaat en behandeld moet worden, leef je met veel stress en onzekerheid. Dat doet enorm veel met je brein,’ zegt Oostveen.
Niet doen:
- Multitasken. Doe één ding tegelijk.
Doen:
- Goed plannen. Maak lijstjes.
- Las vaak pauzes in, doseer je werk.
- Mijd stress, dat verergert deze problemen.
- Werk in een prikkelarme omgeving.
- Blijf bewegen! Dat verbetert je fysieke conditie én stimuleert je brein, waardoor het ook mentaal beter met je gaat. Overweeg om te gaan trainen onder begeleiding van een oncologisch fysiotherapeut.
Valkuil
Bij bezoek aan je werk 10x je verhaal vertellen
Als je langere tijd niet kunt werken is het belangrijk contact te houden met je leidinggevende en collega’s. Ga, als het lukt, regelmatig even op bezoek op het werk. Daarmee houd je de drempel laag en het maakt de opbouw uiteindelijk makkelijker.‘Maar als je binnen een halfuur van tien collega’s de goed bedoelde vraag ‘hoe is het nou met je?’ krijgt, heb jij niets aan dat bezoek. Het vreet energie, terwijl jij juist wilt weten hoe het op je werk is’ zegt Oostveen.
Doen:
- Houd de regie. Praat bijvoorbeeld vóór je bezoek je werkgever of een directe collega bij, en laat hen dit delen met de rest.
- Geef hierbij bijvoorbeeld aan dat je het tijdens je bezoek verder niet of alleen als je dat zelf aangeeft over je ziekte wilt hebben.
- Begin met bezoekjes waarbij je je leidinggeven of één of twee collega’s spreekt. Een volgende stap kan bijvoorbeeld koffiedrinken met het hele team zijn. Als je wilt kun je je laten bijpraten over de ontwikkelingen op het werk.
- Plan in het begin korte bezoekjes (bijvoorbeeld een half uur) en bouw de duur ervan langzaam op.
Valkuil
Te snel je werk opbouwen
Veel mensen die na de behandelingen weer aan slag gaan, bouwen hun werk te snel op. ‘Doe je dat niet in balans met de andere ‘onderdelen’ van jouw leven, dan is het risico groot dat het misgaat en je uit balans raakt en weer uitvalt,’ zegt Oostveen. En: ‘Besef dat jouw energiepeil aan het eind van het behandeltraject op z’n allerlaagst is.’
Doen:
- Begin klein, met een bezoekje aan het werk.
- Start niet met een hele dag per week, maar met hooguit één uur per keer. Doe een taakje dat je normaal gesproken aan het eind van de middag even doet: klein en afgebakend.
- Bouw geleidelijk de frequentie en tijd op. Start met enkele uren verspreid over de week. Dus werk bijvoorbeeld op twee of drie dagen, en dan hooguit één uur. Het aantal uren per dag bouw je langzaam op.
- Waak ervoor dat je niet te intensief bezig bent. Ben je drie uur op je werk, plan dan werk voor hooguit twee uur zodat je je eigen tempo kunt bepalen.
- 68% van de mensen met of na kanker heeft last van vermoeidheid. Een ergotherapeut kan adviseren hoe je je energie verdeelt over de dag, om te voorkomen dat je ’s avonds als een dood vogeltje op de bank zit en privé niets meer kunt.
- Heb je moeite met concentreren, nadenken en vergeet je veel? Zie de tips elders in dit artikel.
- Ook psychische klachten komen vaak voor. Bijna 50% van de mensen met of na kanker ervaart angsten; 33% heeft depressieve klachten. Herkenbaar? Zoek dan psychologische hulp.
Hobbel
‘De behandelingen zijn achter de rug. Nu kun je alles weer!’
Sommige werkgevers denken dat je ‘gewoon’ je werk kunt oppakken als het behandeltraject achter de rug is. Ook collega’s hebben soms te hoge verwachtingen. Door dit onbegrip kun jij te veel druk voelen en (te) hoge eisen aan jezelf stellen. Dat staat een goed herstel op je werk in de weg.
Doen:
- Vertel je leidinggevende en collega’s hoe het met je gaat en hoe terugkeren naar het werk voor jou is. Leg uit dat het tijd kost om van kanker en de behandeling te herstellen.
- Bespreek met je collega’s wat je wel en niet kunt, en probeer samen oplossingen te zoeken. Hiermee creëer je begrip en verminder je de kans op irritaties.
- Vind je dit moeilijk? Vraag of de bedrijfsarts met je leidinggevende praat of ga met z’n drieën in gesprek.
Confronterend: het valt tegen
De meeste mensen worden nooit meer de oude na kanker. Ongeveer 67% van de mensen blijft in het werk last houden van de gevolgen van kanker. Geldt dit ook voor jou? Bespreek met je leidinggevende waar je tegenaan loopt. Vraag de bedrijfsarts om advies over jouw belastbaarheid en wat je nodig hebt om te kunnen functioneren. Kijk dan samen met je leidinggevende of en hoe jullie het werk kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld met minder uren, een rustigere werkplek, vaker kunnen thuiswerken, andere werkzaamheden of meer pauzes. Schakel eventueel een BACO (bedrijfsarts gespecialiseerd in werk en kanker in).
Tips voor wie geen werkgever heeft
…bijvoorbeeld omdat je zzp’er bent.
Een valkuil is dat je te snel en te intensief aan het werk gaat, met het risico dat je daardoor juist weer uitvalt.
- Heb je een Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)? Neem contact met ze op. Afhankelijk van je pakket begeleiden ze jou bij het hervatten van je werkzaamheden. Bespreek (als dat aan de orde is) of ze jou willen ondersteunen bij de inzet van interventies die je herstel kunnen bevorderen.
- Heb je geen AOV? Kijk hoeveel rust/ruimte jij je dankzij een eventuele buffer kunt veroorloven. En welke steun en begeleiding kun je krijgen vanuit het ziekenhuis, je zorgverzekering en de patiëntenvereniging?
….omdat je een (bijstands)uitkering hebt.
Cobi Oostveen: ‘Als je bijvoorbeeld werkeloos bent en ziek wordt, ligt de verantwoordelijkheid voor de verzuimbegeleiding bij het UWV. Kaart dit aan als dat nodig is. Vraag bijvoorbeeld naar een begeleider van een bureau met specifieke kennis van de begeleiding van mensen met kanker.’
Wist je dat dit artikel afkomstig is uit ons online magazine Voor elkaar? Benieuwd naar meer? Lees ‘m hier!
Tekst: Marlies Jansen
Bronnen: cijfers Nederlandse Kanker Agenda