DNA-test voorafgaand aan chemotherapie voorkomt ernstige bijwerkingen
DNA-test voorafgaand aan chemotherapie voorkomt ernstige bijwerkingen
Een DNA-test voorafgaand aan chemotherapie met irinotecan kan ernstige bijwerkingen met ziekenhuisopnames voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Irinotecan wordt gebruikt bij patiënten met verschillende vormen van kanker, waaronder darmkanker.
Ongeveer één op de tien patiënten die het medicijn krijgt voorgeschreven, heeft een mutatie in het zogenaamde UGT1A1-gen. Daardoor wordt het medicijn minder goed afgebroken door het lichaam met ernstige en soms levensbedreigende bijwerkingen tot gevolg.
DNA-test voorafgaand aan chemotherapie
Het inzetten van de DNA-test blijkt ook kosteneffectief, voornamelijk vanwege de vermindering van de ziekenhuisopnames. Of een voorgeschreven therapie bij een patiënt goed en veilig werkt, hangt af van de stofwisseling. Elke patiënt heeft een andere stofwisseling en reageert dus anders op een medicijn.
Sommige patiënten ervaren veel bijwerkingen. Bij anderen gebeurt er helemaal niets en blijkt soms het medicijn niet effectief te zijn. Aan de hand van een buisje bloed of speeksel wordt in het laboratorium een zogenoemd DNA-paspoort opgesteld.
Test standaard ingezet
Naast het Catharina Ziekenhuis werd het onderzoek ook uitgevoerd in het Erasmus MC, Haga ziekenhuis en het Leids Universitair Medisch Centrum. De resultaten van het onderzoek hebben de dagelijkse praktijk van de betrokken ziekenhuizen veranderd. De DNA-test wordt in die ziekenhuizen als standaard ingezet.
Een recente peiling binnen de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie laat zien dat meer dan zeventig procent van de medisch oncologen deze test direct wil gaan gebruiken. De DNA-test is voor ziekenhuizen vrij eenvoudig uit te voeren. De verwachting is dat ook internationaal de test als standaard test ingezet zal gaan worden.
Bron: Catharina Ziekenhuis
Het onderzoek is gepubliceerd in European Journal of Cancer.